ik heb soms meningen

Alles is toch wel kut.

Weet je nog hoe ik zei dat ik hoopte dat alles goed zou komen? Ik zou ondertussen toch beter moeten weten. Dingen komen niet goed, ze worden alleen maar erger.

Mijn moeder, die bij mijn vorige schrijven nog maar één tumor had (wat ergens nog te overzien leek), blijkt er nu víér te hebben. Dat is zeker weten te veel. Stadium 4 noemen ze dat, als er uitzaaiingen zijn naar andere organen. Levensverlengende behandeling zeggen ze dan, want genezen, dat kan niet meer.

En nu moeten wij, moet ik, wennen aan, om Mark Rutte maar te quoten “een nieuw normaal”. Een normaal waarbij ik weet dat mijn moeder niet zo oud gaat worden als ik altijd had gehoopt, waar ik me volledig machteloos, hulpeloos en sneu voel.

Terwijl we niet weten hoe lang dit gaat duren, terwijl ons mam zich nog gewoon helemaal prima voelt, en nergens last van heeft. Hoe f*cked is dat, dat ze nu een behandeling in moet die haar zieker gaat maken dan de kwaal waar ze last van heeft.

Mijn vader, die de vorige keer dat ik schreef, bij aan het komen was van zijn anafylaxie, daar gaat het op zich best prima mee. Hij heeft veel pillen gekregen, want hij heeft hartfalen – de dokters weten alleen niet waarom. Dus ook die gaat lekker verder de molen in. Binnenkort zal ik eens een pillendoos voor ‘m aanschaffen, zo’n leuke met vakjes en dagen.

“We moeten misschien maar een parkeerkaart aanschaffen voor het ziekenhuis” – Mijn vader, de eeuwige pragmatist.

Gelukkig, denk ik dan, heb ik hele toffe vrienden, een lieve familie, en een fantastisch manmens. Die me steunen waar ze kunnen, ook al heb ik (en zij al helemaal niet) geen idee waar ik behoefte aan heb. Ook al voel ik me als een soort van imposter, want er is nog niks heel ergs aan de hand, technisch gezien? Iedereen leeft toch nog?

Hoe dan ook, alles is kut. Ik heb hier eindeloos veel kanttekeningen bij, maar weet vooral even niet wat ik moet doen.